Smeltende leiding kost Van den Brink topklassering
Martin van den Brink was hard op weg naar een topklassering in de achtste etappe van de Dakar 2014. Een losgeschoten klem van de turbo en een smeltende leiding van de vierwielaandrijving weerhielden hem daarvan. Met de uiteindelijke twaalfde plaats was de Mammoet Rallysport-coureur niet ontevreden. “Maar ik wil verder naar voren en dan moet je niet stil staan.”
Van den Brink was voortvarend begonnen aan de 302 kilometer lange special, de eerste van deze Dakar in Chili. Kort na de start liet hij Marcel van Vliet (Veka) passeren, die vanwege een hoop technische trammelant van gisteren achter Van den Brink was gestart. “Ik ben bij Marcel aangepikt en samen hebben we Hans Stacey (Team De Rooy) ingehaald. De proef was snel, maar aanzienlijk technischer dan gisteren. Er zat veel feshfesh in, waardoor het parkoers op sommige momenten best zwaar was. Maar de Ginaf heeft daar geen moeite mee, die trekt daar prima doorheen. Ik denk dat ik rond de achtste plaats reed. We hadden het gas er lekker op.”
Op 80 kilometer voor de finish werd de bemanning van de Mammoet-truck ineens opgeschrikt door een hoop kabaal. Monteur Arjan Veenvliet constateerde, uit het raam kijkend, dat er een klem van de turbo moest zijn losgeschoten. “Met die herrie konden we wel doorrijden”, vertelde Van den Brink. “Maar al snel werd duidelijk dat het niet alleen dat was, maar dat ook de leiding van de vierwielaandrijving aan het smelten was. En zonder 4x4 kom ik niet door de proef. Daarmee konden we dus niet doorrijden.”
In de tien tot twaalf minuten die nodig waren voor de reparatie, kwam de eerder ingehaalde Stacey voorbij. Van den Brink: “Ik heb geklokt en we hadden zeker vijf minuten op hem gepakt. Toen heb ik wel even zitten balen.” Stacey finishte met de negende tijd, Van Vliet werd zesde. Zonder het oponthoud van minimaal tien minuten en gerekend naar de tijd van Stacey, had er voor Van den Brink zeker een zevende en misschien wel een zesde plaats ingezeten. “Uiteindelijk hebben we het nog aardig gedaan”, vond ook Van den Brink. “302 kilometer in drie uur en een kwartier, als je ook nog eens stil hebt gestaan, is nog altijd snel. We staan er goed bij, maar ik wil verder naar voren en dan moet je niet stil staan.”
Omdat de assistentiekaravaan pas laat weg mocht uit Salta om aan de 700 kilometer lange weg over de Andes te beginnen en de volgeladen trucks op een hoogte van boven de 5000 meter maar moeizaam vooruit komen, duurde het lang voordat de monteurs aan het werk konden om de Mammoet-truck te servicen.
Van den Brink begint morgen als twaalfde aan de negende etappe, die als lang (422 kilometer) en zwaar is aangekondigd. De start, in de buurt van het bivak in Calama, is op 3000 meter hoogte, de finish in het bivak van Iquique, is aan zee. In de route zit 150 kilometer duinen opgenomen.